De expert

'Overgang is onterecht taboe'

Veel vrouwen krijgen onterecht de diagnose burn-out als ze klachten hebben door de overgang. Toch is de overgang zelden een serieus gespreksonderwerp op het werk. Zelfs niet nu er steeds meer oudere zorgmedewerkers zijn. Tijd om de overgang uit de taboesfeer te halen met Madeleine Schuurmans, verpleegkundig overgangsconsulente.

Afbeelding overgang

‘Opvliegers, stemmingswisselingen, spier- en gewrichtspijn ontstaan door veranderingen in de hormoonhuishouding. Als je daarvan bewust bent, kun je vaak beter omgaan met je klachten’, zegt ze. ‘En je kunt maatregelen nemen om de “scherpe kantjes” ervan af te halen. Bijvoorbeeld door voeding, beweging en praktische ondersteuning.’

Burn-out? Nee, overgang

De huidige generatie vijftigers schrijft fysieke en mentale ongemakken al snel toe aan hun hectische leven. Niet aan de overgang. Madeleine: ‘Je hebt een baan, kinderen in de puberleeftijd, ouders die zorg nodig hebben. Wordt het je te veel, dan krijg je al snel het stempel burn-out opgeplakt. Terwijl de hormonale disbalans de oorzaak is.’

Ook rond 40 jaar

‘Ook veel burn-out-klachten van vrouwen rond de 40 worden veroorzaakt door hormonale veranderingen. Die zetten vanaf die leeftijd in’, zegt Madeleine. ‘Vrouwen zelf, maar ook leidinggevenden en bedrijfsartsen staan hier weinig bij stil. Vrouwen beginnen er niet over, leidinggevenden vragen er niet naar. Toch is 1/3 van het ziekteverzuim van vrouwen tussen de 44 en 60 terug te voeren op overgangsklachten.’

Doe er iets aan

Waarom bestaat er een taboe volgens Madeleine? ‘Om te beginnen gaat het om specifiek vrouwelijke, soms zelfs intieme klachten. Bovendien denken veel vrouwen dat de overgang iets is waar je “gewoon” doorheen moet. Nee dus! Herken de signalen, accepteer dat je in de overgang bent en doe er iets aan.’
 

 

Tips om de overgang aan te kaarten

  1. Plan een afspraak met je leidinggevende of bedrijfsarts zodat je het gesprek ongestoord kunt voeren.
  2. Denk vooraf na over wat je wilt zeggen. En over wat je wilt bereiken. Noteer dit als een checklist. Neem deze checklist mee naar het gesprek.
  3. Over de fysieke klachten zelf hoef je niets te vertellen als je dat niet wilt. Bespreek wel welke gevolgen de klachten hebben voor je werk. Wat kun je (tijdelijk) wel doen en wat niet?
  4. Collega’s kun je in een teamoverleg op de hoogte brengen, of juist in een één-op-één-gesprek. Net wat jij prettig vindt. Vertel welke ondersteuning je kunt gebruiken.