Artikel

Starter in de zorg? Zo blijf je gezond aan het werk

Vol enthousiasme begin je aan je loopbaan. Maar binnen een paar jaar is de motivatie veranderd in frustratie. Over de hoge werkdruk, de grote verantwoordelijkheid, het gebrek aan autonomie, de beperkte begeleiding en ga zo nog maar even door. Het gebeurt bij veel jonge zorgmedewerkers. IZZ helpt werkgevers jonge starters gezond te laten werken.

IZZ collectief

Uit de Monitor Gezond werken in de zorg van IZZ (2022) blijkt dat wel 49% van de zorgmedewerkers onder de 35 jaar er wel eens over denkt om de zorg te verlaten. Dat is bijna één op de twee. Zo’n 12% is dit daadwerkelijk van plan. Ter vergelijking: van de 55-plussers denkt maar 21% er weleens over de sector te verlaten. Ook het psychische zorggebruik onder jonge zorgmedewerkers is hoog. Van de zorgmedewerkers onder de 26 jaar oud gebruikte 14,1% psychische zorg. Dat is een stijging van 40% ten opzichte van 2020.

In gesprek met jonge zorgmedewerkers

‘Jongeren geven bijvoorbeeld aan dat ze weinig begeleiding krijgen en snel in het diepe worden gegooid’, vertelt Irene van der Fels, onderzoeker bij IZZ. ‘Ze krijgen veel verantwoordelijkheid, maar vinden het lastig om hulp te vragen. En als ze dat dan doen, is er eigenlijk weinig tijd voor. Ook voelen ze zich niet altijd gesteund door hun leidinggevenden en is er soms sprake van een generatiekloof op de werkvloer. Als jonge zorgmedewerkers een nieuw idee opperen, is het antwoord al snel: Dat werkt hier toch niet of we doen het al jaren zo. En aan de ene kant hebben oudere werknemers veel ervaring waar jongeren van kunnen leren. Aan de andere kant hebben jongeren nieuwe werkwijzen en weten veel van technologie. Door het daar met elkaar over te hebben, neem je van beide het beste mee en werk je samen gezonder.

‘Ik wil niet loslaten als ik het niet af heb. Maar het is nooit af ...’

Starter in de zorg

Succesvolle methode

Irene en haar collega’s hebben daarom een methode ontwikkeld waarmee zorgorganisaties en hun jonge medewerkers het goede gesprek kunnen voeren over werkdruk en werkplezier. “De methode bestaat uit drie onderdelen,” licht Irene toe. Starters krijgen een buddy waar ze regelmatig mee in gesprek gaan, ze voeren dialogen met andere starters over werkdruk en werkplezier en gaan, tot slot, in gesprek met de bestuurder. Dit draagt actief bij aan het behoud van jonge medewerkers voor de zorg, blijkt uit de eerste resultaten bij een aantal zorgorganisaties.

Buddy’s Monique (65) en Esther (33) in gesprek over werkdruk

Esther en Monique werken bij zorginstelling Sint Jacob. Ze deden als buddy’s mee aan een project met IZZ. Hoe gaan de twee generaties om met werkdruk? En wat leren ze van elkaar? ‘Ik vind het knap hoe jij je grenzen bewaakt.

Belangrijkste resultaten

  • 60% van de deelnemende jongeren geeft aan dat de aanpak een (positief) effect heeft gehad op het werkplezier
  • Jongeren bevelen de inzet van een buddy aan. Gemiddeld gaven ze deze aanbeveling een 8,5 op een schaal van 10
  • Zorgorganisaties ervaren meer inzicht in wat er speelt op het gebied van werkplezier en werkdruk, meer ontwikkelmogelijkheden voor zorgmedewerkers die als buddy willen werken en opgeleide gespreksleiders die breder binnen de eigen organisatie ingezet kunnen worden

afbeelding jongeren met quotes

Hier krijgen jonge zorgmedewerkers energie van (en juist ook niet)

Energiegevers

  • Interdisciplinaire samenwerking: met cliënten en met het team waarin zij werken
  • Goede communicatie
  • Teamgevoel
  • Waardering: gezien en gehoord worden en af en toe een compliment krijgen
  • Het kunnen leveren van maatwerk  
  • Denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen
  • Verbetervoorstellen die verder worden uitgewerkt
  • Aanhaken op de kansen op het gebied van digitale innovatie in de zorg

En dit zijn de energievreters

  • Korte inwerktijd en snel veel verantwoordelijkheid krijgen
  • In het diepe gegooid worden
  • Geen passende steun van de leidinggevende
  • Jonge zorgprofessionals voelen zich verantwoordelijk en hebben continu het gevoel dat ze zich moeten bewijzen
  • Jonge professionals hebben zelf weinig tijd en vinden het ook lastig om collega’s om hulp te vragen omdat zij ook heel druk zijn
  • Het is nooit af en er komen steeds nieuwe werkzaamheden bij