De expert

Jong maar niet lekker in je vel

Jonge zorgmedewerkers zoeken vaker psychische hulp dan hun oudere collega’s, blijkt uit het actuele onderzoek Zorggebruik van IZZ. Hebben ze ook echt meer steun nodig? Of gaat er bij hen gewoon eerder een signaal af? Miek Crouzen van Youngworks geeft antwoord en tips.

Afbeelding-alarm

Het gebruik van psychische zorg is vorig jaar onder alle zorgmedewerkers gestegen. 6,7% van alle medewerkers – dus een op de vijftien – kreeg in 2018 minimaal één keer psychische hulp. Vier jaar geleden was dit nog 4,7%. Een stijging van ruim 40% dus. De toename is het grootst bij zorgpersoneel tot en met 35 jaar. Van hen zocht vorig jaar 10% mentale hulp, tegenover 6% van het oudere personeel. En ook dat verschil was flink groter dan in de jaren daarvoor.

Deze cijfers, afkomstig uit het onderzoek Zorggebruik van IZZ, zijn herkenbaar voor Miek Crouzen. Zij is trainer en adviseur bij Youngworks, een bedrijf dat veel onderzoek doet naar jongeren. Miek helpt organisaties om een brug te slaan tussen verschillende generaties. Het feit dat jongere medewerkers zich vaker melden met psychische klachten gaat volgens haar niet alleen op voor de zorg. Miek: ‘In het onderwijs en bedrijfsleven zien we hetzelfde beeld.’ Los daarvan zijn zorgmedewerkers volgens haar wel een risicogroep voor mentale moeilijkheden. ‘Dat heeft te maken met bepaalde karaktertrekken. Een groot verantwoordelijkheidsgevoel. En je zorgt voor anderen, wat het vaak lastiger maakt om “nee” te zeggen. Dat, in combinatie met de hoge werkdruk, maakt het risico hoger.’ Een beeld dat door onderzoek van IZZ wordt bevestigd. Werken in de zorg vraagt nu eenmaal iets anders van je, zowel geestelijk als lichamelijk.

Geluk is maakbaar

Dat jongeren vaker langsgaan bij een praktijkondersteuner of psycholoog, komt volgens Miek deels doordat ze zijn opgegroeid in een tijd van maakbaarheid. ‘Gelukkig worden heb je tegenwoordig zelf in de hand. Dat brengt druk en keuzestress met zich mee. Want perfect presteren op het werk, drie keer per week sporten én naar elk feestje gaan is op den duur lastig te combineren.’ Miek heeft bovendien het idee dat het taboe op “praten over je gevoel” de laatste jaren kleiner is geworden. ‘We leven in een welvarend land, waar steeds meer tijd en ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling. En daar begint mentaal goed voor jezelf zorgen steeds meer bij te horen. Jongeren schromen tegenwoordig minder om hier hulp bij te zoeken.’ Ook sociale media spelen een rol. Op Facebook, Instagram en LinkedIn zie je alleen de “perfecte plaatjes”. ‘Jongeren zijn hier gevoeliger voor, ze spiegelen zichzelf er vaker aan. Onder andere omdat ze nog midden in hun sociaal-emotionele ontwikkeling zitten.’

Mentaal fit blijven

Psychisch goed voor jezelf zorgen; juist in deze maatschappij is het essentieel. Zeker voor jonge zorgmedewerkers. Maar hoe doe je dat? Duidelijk je grenzen aangeven is volgens Miek het belangrijkste. Ook al is dit moeilijk in de zorg.

‘Als je jong bent, is het soms lastig om te weten waar die grens precies ligt. Leer daarom voelen wanneer je gestrest bent en bedenk waardoor dat komt. Heb je zoemende oren en een hoge hartslag? Dan moet er een alarmbel gaan rinkelen.’ Wie regelmatig over zijn grenzen heen gaat, doet er volgens Miek goed aan dit aan te kaarten. ‘Zo’n gesprek met je collega of leidinggevende kan spannend zijn. Blijf daarom dicht bij jezelf. Geef aan dat jouw grens is bereikt en dat het je te veel energie kost. Alleen al dit uitspreken is vaak een verademing.’ Tot slot adviseert Miek om goed voor elkaar te zorgen. ‘Heb je het idee dat je collega niet lekker in zijn vel zit? Spreek dit dan uit. Dat kan iemand net dat zetje geven om hulp te zoeken of het wat rustiger aan te doen.’

 

Schrijf je in voor de IZZ nieuwsbrief

Maandelijks het laatste nieuws over gezond werken in jouw mailbox!